“Als alles goed verloopt, blijft mijn werk verborgen”
Onze opbouwer Gunther is er één uit de duizend. Door zijn veelzijdige functie is hij betrokken bij ieder ruwbouwproject en een direct aanspreekpunt voor iedere opbouwer. In dit interview vertelt hij hoe werkvoorbereiding en IT elkaar ontmoeten in één job.
“Mijn dagen zijn vrij gestructureerd. Af en toe bezoek ik een werf, maar gewoonlijk zit ik op kantoor. De inhoud van mijn job is daarentegen moeilijk af te lijnen. In de eerste plaats ben ik werkvoorbereider voor de bouw. Mijn focus ligt op prefab beton en alles wat daarbij hoort, van calculatie tot prijsaanvragen en -vergelijkingen. Daarnaast bestel ik ook het wapeningsijzer en de metalen liggers. In samenspraak met onze projectleider beslis ik wie wat levert. Bij ‘kleinere’ projecten volg ik dat zelf op. Als er een werfleider is, volgt die dat op, maar ik zorg steeds voor de nodige ondersteuning.”
“Ik ben de enige werkvoorbereider bij Driesen, dus ik ben betrokken bij ieder project. Weliswaar vaak met een kort traject per project. Wanneer de ruwbouw klaar is, is een project voor mij afgelopen. Ik heb hierdoor wel een goed beeld over waar we actief zijn. Als een project is opgeleverd bij mij in de buurt neem ik graag een kijkje. Ik woon in Bocholt, waar we al redelijk wat werven hebben gedaan.”
“Ik kan uren doorgaan over alle projecten die we al gedaan hebben bij Driesen. Mijn vriendin wordt daar gek van (lacht). Mijn eerste project herinner ik me nog goed. Dat was De Kimpel in Bilzen. Maascentrum De Wissen in Dilsen-Stokkem is me ook goed bijgebleven, vanwege het zichtbaar prefab beton en TT-liggers. Of de Brede School in Pelt, waar het prefab beton niet enkel zichtbaar is, maar ook nog eens rood gekleurd.”
“Als alles goed verloopt, blijft het resultaat van mijn werk verborgen. Tenzij wanneer een architect ervoor kiest om het uitzicht van de betonstructuur in een gebouw te verwerken. Zo’n gebouwen spreken mij aan. Nu komen daar ook steeds meer esthetische kenmerken aan te pas, zoals reliëf.”
Interne problem solver
“Het tweede deel van mijn job is iets helemaal anders: ik ben verantwoordelijk voor de interne IT, ook voor onze opbouwers op de werf. Het is een minder gebruikelijke combinatie, maar het werkt. Ik heb een graduaat in elektromechanica, dus ik ben wel thuis in IT. Ik probeer problemen met printers en computers op te lossen en ik bestel nieuwe hardware.
Ik ben begonnen in 2012. Toen hadden we ongeveer 20 bedienden in dienst, met ieder een computer. Nu zitten we vooraan de 50 bedienden. Ik krijg dagelijks dus veel vragen, en ik probeer die zo snel mogelijk te behandelen. Wanneer ik zelf vragen heb, kan ik terugvallen op een externe helpdesk voor IT. Zij doen ook het onderhoud op onze server en ons netwerk. In mijn vorige job was ik technisch tekenaar en ook daar stond ik in voor de IT. Bij Driesen komen eigenlijk al mijn interesses samen in deze job.”
“De sfeer is hier even belangrijk als de doorgroeimogelijkheden”
“Mijn pa was schrijnwerker. Ik ging hem regelmatig helpen. Vroeger ging hij nog deuren plaatsen voor Driesen als onderaannemer. Af en toe zag ik Marc Thonissen wanneer die bij onze pa kwam. Driesen leek me toen al een fijn bedrijf om voor te werken. Een familiaal bedrijf met een aangename sfeer. Die sfeer is hier even belangrijk als de doorgroeimogelijkheden. Dat merkte ik ook toen ik nog bij mijn vorige werkgever actief was. Driesen was toen een van onze klanten en ik stond vaak in contact met de projectleiders: Ann Lourdaux, Thomas van Mierlo, Roel Smeets en Peter Cardinaels. De onderlinge interactie was toen al top.”
Just enjoy the ride
“In mijn vrije tijd zie je me meestal op 2 wielen, ofwel op de koersfiets, ofwel op de moto. Mijn moto heb ik eigenlijk nog maar een paar jaar. Dat is altijd al een droom geweest waar ik nooit mee verder ging. Tot ik in 2018 een Harley Davidson Night Rod Special kocht. Die worden vandaag zelfs niet meer gemaakt. Samen met mijn vriendin en enkele kameraden zijn we lid van een motorclub. Daarnaast ga ik graag uit eten en probeer ik zoveel mogelijk te genieten van de kleine dingen.”
